31
Beide steencn hebben eene bijzondere merkwaar
digheid de Betuwsche, dat hij mede gewijd is aan
eene geheel onbekende Godheid der Germanen of
Gallen, HaEvA geheetcn'): de Noord-Erabandsche,
dat de Batavieren eens eene civitas hebben uit
gemaakt, aan wier hoofdbestuur een inlander, blij
kens den niet Romeinschen vihtirjias, gestaan
heeft.
Wij mogen ons bij deze bijzonderheden thans
niet uitvoeriger bepalen en merken nog slechts aan
gaande die opschriften op, dat het klein verschil
van lezing in den naam jiagüsanus geene hin
derpaal zijn kandaarin denzelfden hercules als
van onzen Westkappelschen steen te erkennen. En
daar deze God op twee steenen, even als op alle
penningen, jiagusanus en jiacusanus heet, is het
aan te nemendat op den derden steen door den
steenhouwer eene fout begaan isen daarop in
plaats van [m]acsusANO gelezen moet worden [m]acc-
SANO. Voorts zal men uit den verwijderden af
stand op welken de drie gemelde steenen gevonden
zijnmoeten afleidendat op die drie afzonder
lijke plaatsen deze hercules bijzonder is geëerd ge
worden.
Ik zal mij evenmin in de onzekere etymologiën
van het woord jiagusanus als in de opnoeming
der onderscheidene gevoelens, die over dezen her
cules zijn in het midden gebragthegevenhet
nuttiger achtende om met hulp der vroegere na-
Door cannegieter in Postumo p. 157 stp vernuftig door hebe (HrjPrj)
verklaard.