34 tendc tiran in liet jaar 267 na Clir. te Mcntz ver moord geworden is. Het bestaan dezer penningen beeft tot bet vermoeden aanleiding gegevendat door hercules magusanus postcmus zelve te verstaan was een gevoelen, lietwelk men bijzonder zou kunnen ondersteunen door het voorbeeld van com- modus, van wien men weet, dat hij zich hercules romanus liet noemen en in welke hoedanigheid hij door een standbeeld, te Rome gevonden, en door een outaar gehuldigd is 3)terwijl penningen van hem, van het jaar 192 na Chr.op de keerzijde het opschrift hercüli romano dragen Daarbij komt, dat er een gouden penning van postumus be kend is, op welks voorzijde men de borstbeelden van postumus en van zijn' zoon, met het opschrift postumus Pius felix aug., en op de keerzijde de borstbeelden der zon en maan (sol en lunus) van stralenki'ansen voorzien, aantreft 5), en waar dus de zon postumus en de maan zijn zoon ver beeldt; zoodat het niet zoo vreemd zijn zou, wan neer aan hem ook het karakter van hercules was toegekend; te minder, daar hij gedurende zijn veel- 193; banduri, Numm. Impp. Romm. Tom. I. p, 291 s<j. tristan Com ment. histt. Paris 1644. p. 146. rasche Lex. Num. voce Postumus eckhel, D. N. 7. p. 444; du cnouL, Rel. des Anc. Rom. p. 122. Zie cannegieter, in Postumo p. 145 sctpj. Zie no, Hist. Rom. L. 72. C. p. 324 edit, leunclavii, Ilanoviae 1606, en lampriliüs in vita ejus, p. 60 edit. Florent. 1519. 5) Zie de afbeelding by gruter p. 48. Het opschrift van het outaar is herguli Romano d. d. |l i. herodes en bevindt zich ook bij orele. n. 886. 4) Eckiiel, D. N. 7. p. 126. 5) Zie de bast, Receuil d'Antiq. I. p. 379 nouv. edit.vergel. rasche in Lex. Num. voce tostumus.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 364