37 niensis op penningen van postumus voorgesteld Lang heeft men zich laten misleiden door de afbeel ding van een verdicht of opgesmukt standbeeld, het welk volgens het onderschrift hercules magusanus zijn zou en dat door keysler, Antiy. Septt. p. 220 (ontleend uit gargon JYalch. Arc. I. p. 187) algemeen bekend geworden is. Het is de voorstelling van een' neptunus, die in de regterliand een' dol fijn en in de linker een' tweetandigen greep houdt, terwijl op den grond, aan zijne linkerzijde, een scorpioen kruipt. Nog mone heeft, door dit beeld bedrogen, verkeerde gevolgtrekkingen aangaande het karakter van hercules magusanus gemaakt 2)niette genstaande reeds cannegieter had aangewezen, dat het onecht was; verdicht, gelijk hij schrijft, door den schilder romein de hooghe die de afbeelding voor gargon gemaakt had. Doch vermoedelijk is het niet geheel verdicht, maar heeft aan eene op smukking van den neptunus op PI. II. n. 4 zijn' oorsprong te danken. Deze neptunus toch, steeds verkeerdelijk voor een' hercules gehouden werd door den schilder r, de hooghe denkelijk gerestau reerd naar gelijksoortige afbeeldingen van neptunus op andere gedenksteenenvooral naar dien van PI. VI. 12. En nu ontbrak er nog slechts aan, dat hem een bepaald attribuut gegeven werd niet alleen om hem van de overige neptunussen te J) Tan deze is er nog onlangs een gevonden te Weer soloin Overijssel door den heer stork., Predikant aldaar. Yolgens zijne mij mondeling ge dane mededeelinghad hij terzelfder plaats ook onderscheidene Romein- sche voorwerpen van huisselijk gebruik en andere penningen gevonden. 2) Gesch, des HeidentlmmsII. S. 349, 350.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 367