46 lennia op een' troon, welks leuning boogvormig uitloopt. Zij is gekleed als bij n. 8 doch het gewaad is minder zorgvuldig bewerkt of meer ge schonden; het schoudermanteltje is ook niet schub- benvormig uitgehakten de gesp ontbreekt er aan. Bij haren linkerschouder bevindt zich ietshet welk op een' gedeelte van een horen des over- vloeds gelijkt, en dat zij in de linkerhand kan ge houden hebben. Aan hare linkerzijde zit een hond, en aan de regter staat een mandje met ronde vruchten. De onderste afdeeling bevat het opschrift: deae neha1enniae sexiïm nertoma mvs nerïonivs votum solvit Luliens Laetus Merito. De letters komen in vorm overeen met die van 11. 11, 13, 15 en 16. De naam is klaarblijkelijk inheemsch, niet-Romeinsch. Cannegieter merkt bij denzelven aan, dat hij hem Gallisch-Duitsch voor komt; zijnde althans nerto of nerth in 't Gallisch, volgens boxhorn Orig. Gall., fortitudo, visterwijl marius een bekende Germaansche naamsuitgang is, met de Latijnsche verlenging ius Voor Ger maansche afkomst van de beide laatste namen kan de naam der beroemde Germaansche Godheid ner- thus pleiten 2). Intusschen is m.vrius ook een genoegzaam bekende Kcmeinsche naam. 2) Zie GRiaiM, D. M. ia voce.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 376