53 is zeer geschonden. In het tempeltje zitten drie vrouwennaast elkanderop eeue bank of een' troon; allen zijn even groot en gelijkelijk gekleed, naar het schijnt, doch zeer geschonden. Het is niet meer te heoordeelen, of en wat zij oorspron kelijk in de handen gehouden hebbendoch ver moedelijk was het een mandje met vruchten, slaande op haren schoot. De middelste is nehalenjiia, omdat tusschen haar kleed, ter regterzijde, op den grond nog overblijfsels van den hond gezien worden, die daar oorspronkelijk moet gezeten hebben. De beide vrouwen naast haar, zijn hare gezellinnen, malres of matronaein karakter aan haar gelijk, doch van welke nehalennia door den plaatselijken naam en door bijzondere hulde onderscheiden was. Op dezelfde wijze zijn op elders gevondene ge- denksteenen matres en matronae in een drietal vereenigd voorgesteld; waarvan het slechts te be treuren is, dat men er in 't algemeen zulke onvol doende afbeeldingen van bezit. Die afbeeldingen zullen deswege minder tot opheldering van neha- lennia, dan de onderhavige afbeeldingen van neha- lennia tot toelichting der matres- en matronen- steenen dienen kunnen. Eene naauwkeurige verge lijking echter der oorspronkelijke matronen-steenen zou misschien nieuwe gezigtspunten tot betere ken nis van nehalennia openen. De volledigste en beste verzameling van de opschriften dier matres- en matronen-steenen, heeft onlangs onze landge noot Mr. j. de wal ondernomendie van de soms gebrekkige lezingen de beste uitgekozen, en de slechte verbeterd heeft. Met behulp van die

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 383