54
monographic zal men ook gemakkelijk de plaatsen
terugvinden, waar zich de oorspronkelijke stee-
nenen dus ook de heelden der matresthans
nog bevinden. Het ware te wenschen, dat men
ter tijd een werk ontving, hetwelk alle nog aan
wezige malres-steenen, met palaeographische en ar-
tistische naauwkeurigheid voorgesteld, bevatte; waar
door men ook aangaande derzelver kleeding en
attribulen met naauwkeurigheid zou worden inge
licht. De tot dus ver bekend gewordene, meestal
gebrekkige, afbeeldingen bepalen zich misschien
slechts tot de volgende
1. Drie matronae op een' steen te Wachlendorf
gevonden, bij groter p. 92. 1.
2. Drie matronae op een' steen in de omtrek van
Keulen gevonden, bij LERSCH Ccntrmal. I, tegen
over S. 25.
3. Drie matronae op een' steen uit Jülich, elke
met een mandje met vruchten op den schoot; thans
in het Museum te Mannheim; zie graeff, Antiq.
in MannheimS. 16. n. 24, en de afbeelding bij
lameiAct. Acad. Pal. T. VI. p. 64, en daaruit bij
schreiber, Feën, Tab. II.
4. Drie matronae op een' steen uit Jülichin
hetzelfde Museum; zie graeff, t. a. pl. S. 17 n.
26, doch alleen in borstbeeld; afgebeeld bij iaiiei
t. a. pl. p. 68, en daaruit bij schreiber, t. a. pl.
5. Drie matresop een' steen in de omstreek van
Kleef gevonden, eerst op het huis Wissedaarna
te Kleef door COPERCS gezien, hij CUPER. Apotheos.
Hom. p. 266.
6. Drie deae mairae, op een' steen gevonden