59 overvloeds in eene, door twee pilasters gevormde, vierkante nis. De horen des overvloeds op het regterzijstuk (4.), staat op een' appel, terwijl rond om, op den grond, peeren liggen, en op zijde een druiventros gezien wordt. Boven op liggen twee appelen en twee peeren, en onder aan hetzelve be vinden zich twee driehoekige handvatsels. De ho ren des overvloeds op het linkerzijstuk (c.), staat eveneens op een' appel, en is mede gevuld met appelen en peeren. Op het dekstuk ligt eene langwerpige uitgetakte spreien op deze, eene stralenvormige, als een hallcirkel, henevens twee vruchten. Wat de stra- lenvormige sprei betcekene, is mij niet hekend. Zij doet echter onwillekeurig aan eene soort van nim bus denken, dien men zoo dikwerf om het hoofd van Goden aantreft. Vroegere afbeeldingen zie bij DANCKEUÏS, t. a. pl. PI. 8. 22. (PI. XII. 22 a, b cn c.) Tetnpeloutaar, aan drie zijden bewerkt. De voorzijde (a.) is in twee afdeelingen verdeeld; doch is, vooral bij de onderste afdeeling, zeer ge schonden. De bovenste afdeeling bestaat in een tem peltje, als bij n. 10; bij 't welk echter, even als bij n. 18 en 21, in het verschiet nog twee kolom men of pilasters gezien worden. In het midden zit NEHALENNIA op een' stoel of een' troon zonder leu ning, cn houdt op haren schoot een plankje of

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 389