70 handelaar in 't groot van het meeste gewigt waren. Het woord actus toch kan, onzes inziens, hier slechts een' zin hebben, die met de eerste beteeke- nisdie van bewegingvoortdrijvinghet naaste verwant is. Yan dit voortdrijven heeft het zoowel de beteekenis van het regt om ergens vee door te drijven en met een' wagen over te rijdenals van den weg zeiven, over welken gedreven of gereden worden kan i). Men zal dan hieruit mogen aflei den dat onze secundinus transporten te land gehad heeftvan vee of zulke voorwerpendie niet te water vervoerd werden, van of naar Domburgen dat hij op een' tijdtoen de wegen (die in onze lage gewesten niet zelden aan overstroomingen bloot stonden en ligt schade leden) verbeterd waren, aan nehalennia zijne geloften door dezen gedenksteen betaalde of denzelven vrijwillig uit erkentelijkheid aan haar plaatste vergel. n. 32 (PI. XI.). De zij stukken bevatten elk eene fantasie-plant uit eiken bladeren zamengesteld. Dit gedenkstuk, hetwelk zich thans te Brussel be vindt, werd ter tijd door den heer van der perre aan de Academie aldaar ten geschenke gegeven, en is, na ten jare 1792 met zoo vele andere vreemde kunstwerken naar Parijs overgevoerd te zijn, in 1815 weder naar Brussel teruggekeerd; waar de teekenaar h. beyaart de afbeelding vervaar digd heeft, naar welke de onderhavige met naauw- keurigheid bewerkt isterwijl het opschrift naar Vergel. Cod. Just. l. IV. Tit. III. aiexanbek ab alessasiiro Con. Dier.) bepaalt de breedte va» ecu' actus op vier voeten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 400