72
thans bij het Genootschap voor Kunsten en We
tenschappen te Middelburg.
29.
u
(PI. XVI. n. 29 a, b, c, d, e.)
Tempeloutaar als n. 27, doch aan alle vier zijden
en van boven bewerkt; terwijl men op de voor
zijde, behalve de beide Corinthische pilasters, nog
twee soortgelijkeof kolommenin het verschiet
opmerkt.
Op de voorzijde (a.) zit nehalennia op een' troon
met boogvormige leuning, als bij 17a., welke op
een verheven voetstuk geplaatst is, in den vorm als
bij n. 15 Zij schijnt gekleed te zijn als bij 27 a.
doch heeft bloote voeten, en houdt vruchten op
den schoot; aan hare linkerzijde zit een hond,
en aan de regter staat een mandje met vruchten
op den grond. Op de voorzijde van het voetstuk
des troons staat deae, en daaronder, op het voet
stuk van het tempeltje:
JtEHALENIflAE
DACINVS LIFFIONIS
filivs votum solvit Lubens Merito.
Welke inheemsche namen wederom nergens an
ders zoo veel mij bekend isvoorkomen.
Op de achterzijde (i.) bevindt zich eene gordijn
en een fronton, nagenoeg als bij 15 d. en 17 d.
De beide zijstukken (c, dzijn afgedeeld in twee
deelen; de bovenste afdeeling bevat eene fantasieplant,