31. 74 deae nehalaenniae tuciui FESTIVS PRIMvs \otum solvit Lubens Merito. Het verdient opmerkingdat de letters el en m in dit opschrift voorkomende een ouder karakter hebben, dan die der tot dus ver beschouwde op schriften; ten gevolge waarvan deze gedenksteen misschien eer tot de I" dan IIde eeuw onzer jaartel ling te brengen is. De foutieve schrijfwijs nehalaenniae in plaats van nehalenniae, komt ook voor op den steen n. 21 (PI. XII). Wie deze primus geweest zij is on bekend aan een' pottenfabrikant van denzelfden naam herinneren wij alleen daaromomdat die naam op een schaaltje (van terra sigillata) te Voorburg gevonden aangetroffen wordt De beide zijstukken (5 en c), vertoonen een' boom, vermoedelijk laurier of olijf; vergelijk n. 12 b en c. Vroegere afbeeldingen zie bij vredius (en smalle- gange) t. a. pl. n. 14. (Pl. XVIII. n. 31.) Tempeloutaar als n. 10, doch zeer geschonden, en welks voetstuk grootendeels ontbreekt. In het mid den zit nehalennia ofschoon geen opschrift zulks aanwijst. Het is ook niet meer met juistheid aan Zie mijne Inscc, Grr. et Latt. p. 147. n». 178.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 404