22 ten of beelden diende waar eigentlijk de Ongeziene werd geëerd in de door Hem gewrochte natuur. Trouwens de Japketische overleveringen leidden tot natuurvereering. Bij de Oostelijke takken van dien stam stond bij dezelve het lichtbij de Westelijke de aarde op den voorgrondbij beide afdeelingen werd evenwel al spoedig het Symbool hoofdzaak vermits de Oorzaak zelve builen het bereik der zin nen lag. Met deze aanwijzing van de gebreken der vraag zijn wij intusschen liet door baar beoogde doel niet nader gekomen. Laat ons onderzoeken of het aangewezen standpunt ons nader kan brengen. (ZwccÏjc BEWIJS DAT SE E LAND S OUDE GEDENKSTUK KEN, VOLKSOVERLEVERINGEN, BERIGTEN VAN OUDE SCHRIJVERS, PLAATSELIJKE BENAMIN GEN ENZ. WEINIG OF NIETS KUNNEN BIJDRA GEN TOT DE KENNIS VAN DE GODSDIENST LEER DER ALOUDE ZEELANDERS. 5. Wie waren de oude bewoners van beide gewesten? Deze vraag behoort beantwoord te zijnalvorens men zich met uitzigt op goed gevolg, met de hoofdvraag kan inlaten, liet Genootschap verlangt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 40