82 treft, welke zoo vele voorwerpen van terra £itjLi la t a uit die landen afkomstig, bepaaldelijk ken merkt. Om dit vraagstuk tot leslissing te brengen zou de vereenigde hulp van een' geoloog en chemicus vereischt worden, die tevens wisten te beoordeelen, ol men aan fijne, doch zware aarde, door verbinding met ligtere stolfen, daaraan dezelfde zachtheid en ligt- heid zou kunnen geven, welke aan het oude Grieksche en Ilaliaausche aardewerk zoo bijzonder eigen zijn. Ten aanzien van den handelaar in ons opschrift is nog te letten op de uitdrukking Brilannicianus wel te onderscheiden van BritusBritannus en Britannicus. Te regt heeft cahnegieter zulks reeds opgemerkt; terwijl hij aanteekent, dat Britannicia- nus iemand is, die zich tijdelijk in Britannie heeft opgehouden, uit hoofde van eenig bedrijf, als: krijgs dienst, handel of dergelijke; zonder een geboren Brit te zijndat een geboren Brit Britus of Britan nus heette, en dat hij, die in of wegens Britannie zich verdienstelijk gemaakt of een' naam verworven had, Britannicus genoemd werd. Minder gelukkig was, mijns inziens, cannegieters gevoelen aangaande den negotiator crelariusweshalve ik mij slechts veroorloof het aan te stippen zonder de vele daaraan geknoopte aanteekeningen te vermelden. Ilij hield namelijk de hier bedoelde creta voor hetgeen volgens h.in. II. N. XVIII. 6 8, in Britannie murga (merg, mergelgenoemd werd; welke murga tot het mesten van land gebruikt wordende, volgens plinius t. a. pl. aan hetzelve voor 80 jaren vettigheid zou bezorgen 1) Eigenlijk gezegd kan mergel geene vettigheid mededeelen; om dat deze alleen hel vermogen heeft om de voedende sloffen uit de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 412