85
TIDs een' vader of grootvader gehad had, die een
vrijgelatene van keizer titus flavius vespasianus was.
Het dekstuk is van voren met lofwerk van eiken
blaren voorzien, op hetwelk vier ronde vruchten
liggen. Dit outaarin het jaar 1647 nevens de
andere gedenksteenen te Domhurtj gevonden zijnde,
is later eigendom van papenbroek geworden en met
diens verzameling thans nog in het Museum van
Oudheden alhier aanwezig: zie f. oudendorp, Leg.
Papenbr. descript. p. 11 n. 9; mijne Mus. Lugd.
Pat. Inscc. Grr. et Lalt. Tab. XIII. 5. p. 8889,
en de GriekscheRomeinsche en Etrurische Mo
numenten van het Museum van Oudheden enz. I.
bl. 31 n. 244.
35.
Fragmenten van een outaar, in de kerk te Dom
burg door mij teruggevonden en tot één stuk za-
mengebragt. Van het opschrift is alleen overig:
de ae
nehalaen
De tweede regel is, mijns inziens, foutief, in
plaats van neh al en. Dezelfde fouten komen voor
n. 21 PI. XII en n. 30 PI. XVII.
36.
t
Outaar, van voren van een opschrift voorzien
hetwelk op sommige plaatsen onduidelijk geworden
is. Meest waarschijnlijk komt mij de lezing voor.