88
hier als conjunctio, in de beteekenis van omdat, zou
moeten opgevat worden, komt mij te bedenkelijk
voor; zulk een gezwollen stijl is bij een zoo pro
zaïsch opschrift niet te veronderstellen; ook ken ik
daarvan geene andere voorbeelden.
Intusschen is de uitdrukking quod votum feci!
rosuiT ook zonderling, schijnbaar gerekt, en af
wijkende van het meer gewone en eenvoudige vo
tum rosuiT, als votum luhens vosuit, bij orell
n. 987, 2046, en votum solvit Luberts vosuit
merilobij orell n. 3427. 11 ij die deu gedenksteen
liet plaatsen heeft misschien om eeneons onbe
kende, reden gewild, dat men er bijzonder oplette,
dat de steen door hem als gevolg eener gelofte,
die hij gedaan had, was opgerigt.
w ie de Godin burorina geweest zij is ons van
elders niet bekend. Als meest waaVschijnlijk zal
men dezelve voor eene plaatselijke houden mogen,
daar vereerd, waar de steen oorspronkelijk ge
staan heeft. Die plaats is echter niet bekend;
depkelijk was zij op het eiland JValclieren ge
legen omdat de steen te ïFestkappel gevonden
is. De Burii waren een Germaansch volk en
plaatsnamen, die Buro heetten of met Buro be
gonnen, bestonden er ten tijde der Domeinen vele;
b. v. in Gallië: Buro, BuronumBurocassioBu-
rocortoroen in Britannië: BuriumBurrioBu-
rolevo, Buroararus -). De plaatsnaam Buren is
Tacit, t. a. pi.
-) Zie de Tab. Peut. en het Itinerarium Antonini. Canxegieter
maakte hierop reeds opmerkzaam, in zijne verhandeling de dca Burorina,
p. 43en na hem te water de dea Burorinain de N. Verli. van
liet Zccuusche Gen. i. bl. 270.