91 mogelijk den scepter, en in de regter den bliksem gehouden had. Maar op de afbeelding bij vredigs (en smallegange) houdt hij in de linkerhand een scheepsroer, om hetwelk zich een dolfijn kronkelt; terwijl aan de regterzijde een vogel zit, die, als een zwemvogel geteekend en door vredigs ook als een watervogel bestempeld is. Diensvolgens zou men in dit beeld een' neptdnüs te zien hebben. Intusschen is het gezag der afbeeldingen bij vredigs, gelijk wij bo ven gezien hebbenvooral bij afgesleten beeldwerken als het onderhavige, gering; zoodat ik aan zulk een' neptünds nog geen geloof kan schenken. Er is, zoo veel ik weetgeene voorstelling van neptdnüs met een' watervogel bekend. Mogelijk echter was het een zeemonster, hetwelk men voor een'vogel heeft aangezien. Op een' steen althans te Etlingen ge vonden, waarop neptdnüs voorkomt, in de regter- hand een' dolfijn en in de linker den drietand hou dende, bevindt zich een zeemonster aan zijne zijde Doch ik gevoel mij huiten staat hier eene beslissing te doen. Het opschrift op het voetstuk is weggesleten. De fragmenten der ééne nog overige letter schijnen tot eene m te behooren; bij danckerts en vredigs zijn zij echter meer als eene N geteekend. De zijstukken schijnen geene beeldwerken meer gehad te hebben. Althans op het regterzijstuk, ge lijk zulks bij vredigs gezien wordt, bevindt zich evenmin cenig beeldwerk als op het linkerzijstuk volgens deze schets van van schdtlenbürgh. Zie scuoEPFLiN, Als, III. II. 488, cn de afbeelding Tab. IX. 2.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 421