99
onderen volledig is, en er dezelfde persoon op be
doeld wordt, zou men er met eenige waarschijnlijkheid
uit kunnen afleiden, dat onze SATürn[i]nius toen de
waardigheid enden post van Sevir Augustalis nog niet
had ontvangen, maar wel een man was, die honor en
vavor (favor), en dus ook eereambten als de genoemde,
op prijs stelde en begeerlijk achtte. De Augustales
oorspronkelijk door augustus ingesteld, en uit de
vrijgelatenen (libertini) gekozen priesters, waren al
leen bestemd om de lares en penates, die hij ten
dien einde aan de kruiswegen [in compitis) plaatsen
liet, te dienen en aan deze hoogere hulde te ver
schaffen Hierdoor gebeurde het allengs dat uit
de rijksten, vooral in de koloniën, een zekere stand
dier Augustales ontstond, die nagenoeg het midden
hield tusschen het gemeene volk [scelerata plebs
en de orde der decuriones 2), met nagenoeg den
zelfden rang als te Rome de ridderstand be
kleedde. Het is mogelijk, dat deze ook dan, wan
neer zij tot Seviri, hetwelk eene krijgskundige be
trekking was, gekozen werden, tevens het priesterlijk
karakter bleven behouden 3). Volgens steiner Cod.
Inscc. Romm. Rh. n. 900, zou von hüpsch in zijne
Epigrammatographie 9. 25 berigten, dat deze steen
in het jaar 1376 te Deutz gevonden was; maar dit
jaartal is ongetwijfeld eene dier vele onnaauwkeu-
Zie de door orell medegedeelde plaatsen der Scholiasten PORPHïrio
en acro, op de Satiren van horatiüs, 2, 3, 281, vergeleken met de
opschriften bij orell. T. II. p. 197 aangevoerd.
2) Orell, t. a. pl.
3) Lersch, t. a. pl. I. S. 21. Sevirihet eerst door aügijstüs ge
noemd, waren bevelhebbers bij de turmen (afdeelingen van 30 man
ruiters) der keizerlijke lijfwacht; j. capitolinus 31. Antonin. Pliil. c. 6.
7*