105 voorkomende, zijn Romeinsch in karakter, houding, kleedingdrapperingattributengroepering. De beeldkundige versieringen, als bloemen, planten, lofwerk, vazen, zijn Romeinsch. Nehalennia zelve, heeft bij de houding en kleeding eener Romeinsche matrone met uitzondering alleen van het aegis- vormig manteltje attributen van Romeinsche Go den. Eindelijk, taal, stijl en lettervormen der op schriften zijn Romeinsch; zoodat wij gedrongen zijn te besluiten dat zij naar Romeinsche opvatting voorgesteld isen men zich dus aangaande haar karakter ook alleen naar die opvatting een bepaald denkbeeld vormen kan. Een attribuut, hetwelk haar doorgaande eigen is, zijn de vruchten, die zij nu eens in een mandje, dan zonder mandje, op den schoot of in den schoot, in de handof in schoot en hand beidenhoudt. Wel is waar, zij schijnt daarvan op PI. VII, VIII, IX, X n. 20, XVII n. 30 en XVIII n. 31, versto ken te zijn; doch die voorstellingen zijn meer ge schonden, en het komt ons zeer aannemelijk voor, dat zij oorspronkelijk ook op die steenen van vruch ten voorzien geweest is omdat dezelve op de minder geschondene steenen steeds voorkomen. Die vruchten zijn, voor zoo ver zij met de meeste ze kerheid onderscheiden kunnen worden, appelen en peeren; dus boom- en geene veldvruchten, waar door dit attribuut haar meer op pomona dan op ceres zou doen gelijken 1Intusschen komen ook andere Ceres komt zelden met boomvruchten, doorgaans inet veldvruchten voor, ook dan, als zij die in een mandje heeft, b. v. op eene Pom- pejaansche muurschilderij; zie müiler en oesterley, Qenkmrn. d. a. K.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 435