23 eeiie vergelijking van Zeelands oude gedenkstukken enz., met die van Seelandf opdat, dien ten gevol ge, over de eersten een nieuw licht verspreid wor de. Dit sluit nu de vooronderstelling in zich, dat er termen voor zoodanige vergelijking bestaan doch die vooronderstelling is onbewezen, ja, wat meer is, zij is betwistbaar niet alleen, maar schijnt zelfs meer tegen dan voor zich te hebben. Een ge streng onderzoek behoort hier dus voor af te gaan, zal men zich bij de verdere nasporiugen op vasten bodem bevinden. Wanneer men Seeland (of liever Scandinaviëmet Neérlandsch Zeeland vergelijktdan ontwaart men niet alleen eene blijkbare overeenkomst in taal, maar vooral ook in plaatsbenamingen. Men zie, in de bijgevoegde tabel slechts kol. 123 in en zal van het laatste overtuigd zijn. Maar bewezen is het dat de thans bekende benamingen der Zeeuwsche plaatsen niet vroeger voorkomen dan in de laatste helft der zevende eeuwen dat vóór dien tijd de Zeeuwsche bodem reeds bezet is geweest door FrankenSaxen en Friezen. In het begin der negende eeuw bragt Karel de Groote er op nieuw een aantal Saxen heendie van de boorden der Elbe naar die der Schelde verhuizen moesten. Nog in diezelfde eeuw vestigden zich daarenboven ook nog jDeenen op die eilanden. Én de plaatse lijke benamingen én de volksoverleveringen in Zee land kunnen dus een gevolg zijn van deze opge- l) N. Werken van het Z. G., d. Ist. 1bl. 53.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 43