112 niet gedreven worden kon Met deze bescher mende eigenschap van nehalenma brengen wij ook de voorstellingen van neptunus in verbanddie men op sommige harer gedenksteenen aantreft; hoewel wij zulk verband niet nader als dat van hercules verklaren kunnen het onderscheidend karakter dezer Goden in het oog gehouden en wij ver- oorlooven ons derhalve op het daar aangevoerde te verwij zen. Het zal wel niet zonder bedoeling zijn, dat juist op alle steenen waar hercules op voorkomt, ook neptunus gezien wordt, namelijk n. 15-19; ter wijl op een', n. 16, beide Goden zelfs tweemalen voorgesteld zijn. Deze bedoeling laat zich welligt verklaren door de dubbele eigenschap van neha- lennia, van welke de eene haar eenige gelijkvor migheid met hercules de andere met neptunus geeft; en door welke beide Goden, op één' en denzelfden steen aangebragt zijnde, haar geheele karakter, bij wijze van symbolische voorstelling, op gehelderd wordt. De verscheidenheid der voorstellingen van nep tunus op hare gedenkstukken, geeft aan dezelve eene aangename afwisselingen die voorstellin gen zijn te belangrijker, omdat van neptunus niet vele voorstellingen der oude kunst tot ons over gekomen zijn, en omdat enkele van deze, gelijk Yolgens tacitus, Ann. XIY. 33, was Londinium [Londen), reeds ten tijde van petiliïïs cerialis en paullinus sdetonius copia ncgotia- torum et commeatunm maxime celelreLaterten tijde van julianus werd vooral veel koren van Britannic herwaarts naar den IVederrijn overgevoerdzie amm. marcell. XYIIF. 2.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 442