118 of hel, is stroom, rivier, waterlozing i); e n nia is een uitgang, deels Duitsch deels Latijn; Duitsch is enne of inne, hetwelk de waardigheid eener vrouw aantoont, nog overig in GoAnne, heldwm, vorstSNNEdit Duitsche werd gelatinizeerd door de laatste e in ia te veranderen: diensvolgens is neha- lennia, Godin van de nieuwe rivierof nieuwe uitwatering. De nieuwe uitwatering doet denken dat eene oude in onbruik zal geraakt zijn; en of schoon dienaangaande de bescheiden ontbreken, zal die voor eene uitwatering in zee te houden zijn, voortgekomen uit de zamenvoeging van Rijn, Maas, Waal en Schelde, gelijk thans nog de Ooster- en Wester-Schelde; van welke nieuwe uitwatering (stroom of rivier) de geheele handel op DuitschlandFrank rijk, Engeland enz., alhier ten tijde der Romeinen gedreven werd. Nog blijft overig om het vraagstuk te behande len in welk gebouw' deze outaren en beeldwer ken van neiialennia gestaan hebbeneen vraagstuk intussehen, hetwelk ons van de bepaalde beschou wing van nehalennia in de meer algemeene van de Domburgsche gedenksteenen terugvoert; immers, gelijkelijk met hare beeldwerken en terzelfder plaats werden, in een bepaald bestek, ook beelden enge- 1) Er bestond volgens cannegieter tusschen Kleef en Schenkenschans nog een riviertje Hel geheeten. Hij wijst voorts op Helium van PLiNius, H. N. iv. 12 en op den naam Hei-voetd. i. de voet of het laagste gedeelte van dén stroom; Brieleigenl. Bre- of Brede Hel. Hij zou ook nog andere plaatsnamen hebben kunnen aanvoeren b. v. Halen (Catualium?) Hout-Halen; en mogelijk zelfs den bijnaam van mars, op een outaar bij Halen gevondenmet het bekende opschrift marti halamardo etc. thans bij den heer cii. glullon te Roermond.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 448