30 nattingere uni sacerdoti concessum. Is adesse pene- trali deam intelligitvectamquebubus feminis mul- ta cum veneratione prosequitur. Laeti tunc dies festa loca quaecunqueadventu hospitioque digna- tur. Non bella ineuntnon arma summitclausum omne ferrum: pax et quies tunc tantum notatunc 11 tantum amata donee idem sacerdos satiatam conver- satione mortalium deam templo reddat. Mox vehicu- iilum et vestes, et, si credere velis, numen ipsum secrcto lacu abluitur. Servi ministrantquos sta ll tim idem lacus haurit. Arcanus bine terror 11 sanctaque ignorantia quid sit illud quod tantum uperituri vident." Had de Romein bij zijne belangstelling wekkende mededeeling kunnen goedvinden den naam van het eiland te noemenof deszelfs ligging meer be paald aan te wijzenhij zou aan latere onder zoekers inderdaad zeer vele moeite hebben be spaard. Nu zoekt men dat eiland op meerdere plaatsen, en ieder heeft gronden voor zijne mee ning. De meest bevoegde beoordeelaren pleiten evenwel of voor Rügen, of voor Seelanden hun ne bewijzen zijn van weerskanten zoo gewigtig, dat iemanddie niet alles op de plaatsen zelve heeft kunnen onderzoeken ongaarne eene beslis sende keuze doet. Als pleiter voor Rügen is inzonderheid opgetre- en I/ertham. De spelling of klank van den naam doet hier even wel weinig ter zake, vermits het zeker is dat met dien naam do moeder Aarde werd aangeduid, hij de oude Noren Jörthbij do Angs. Eeordhe bij de oude Duitschers Hêrda genaamd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 50