38 en de huldiging- of krooningplaatsen als zijnde opene ruimtende laatsten van een twaalftal groo- te steenen omgevenwaarop de kiezers zich zette- denterwijl de gekozene vorst zelf in het midden geplaatst was op eenen grooteren. Van hier de Kongstolen of Koningstoel hij Lethra. Grafplaatsen of grafheuvels zijn er op Seeland veledoch van verschillenden aard. Men vindt er in het opene veldin de bosschen ja zelfs bij en op de gewone kerkhoven zoo als hij Trygveld op de begraafplaats van het dorp Horloffwaar men wil dat Koning Hotter rust. Zeer velen zijn er aan den zeeoever. Zij bestaan nu eens uit enkele sleenhoopendan eens uit aardheuvels met enkele of dubbele rijen steenen omgeven en deze laatsten zijn nu eens als gewelfd, en bestaan dan weder enkel uit aardhoopen; nu eens vindt men er stee nen met inschriften, dan weder niets; zij bevatten nu eens enkel urnen met aschdan weêr beende ren en andere voorwerpen. Dikwijls ook treft men alleen grafsteenen aannu eens met figuren van varkens, vossen, wolven enz., als zinnebeelden van de daden of van het karakter des gevallenen, dan weêr met inschriften alleen b. v. Eakil sati sten disi efter Ystin aug flir bruder sin sun Ystis ad hl migi. Eskil zette dezen steen voor Ystin en voor zijne broeders Ystinszonen van grooten adel. hetgeen men las op den steen gevonden te Alsted of Axelstedeene plaats bekend door het verhaal van Sunngetiteld Habor en Sigke.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 58