naar waarheid gekend zijn. In weerwil der vele beschrijvingen en afbeeldingen welke er van gege ven zijn, is dit nog bet geval niet. De teekenaars hebben soms opgesierd hetgeen hun te eenvoudig voorkwamjauit hunne verbeelding aangevuld hetgeen zij waanden te ontbreken. En wat de be schrijvingen betreftde lateren hebben de vroege- ren niet altijd verstaan; hebben de verschillen de ontdekkingen met elkander verwardja er wel eens bijgevoegd hetgeen er niet toe be hoorde; en alzoo is er over deze, reeds op zicli zelve duistere, zaken een nevel verspreid, die somwijlen lot bijstere dwaling aanleiding beeft gegeven. Ik zal dit met eenige bewijzen sta ven. Van den Nchalenniatempel bij Domburg sprekende zegt Ehgelberts eerst 'Jdat hij eene ronde gedaante heeft gehad, terwijl aan den ee- nen kant vier, aan den anderen kant 2 kolommen »uit bet fondament oprezen, die ten deele glad, ten deele cylindersgewijze uitgehakt waren" en later 2)dat de ontdekte vloer er van vierkant is geweest, twee roeden lang en ééne roede breed3)." Wie kan zich nu een denkbeeld van dit gebouw, rond en tevens vierkant, aan den cenen kant J) dioxide StaatD. III., bi. 116. 2) IV., bl. 293. 3) Van den Beböii, Ncdorl. Volhsovcrlever., bl. 182, maakt er van een tempeltje ruim twaalf voeten lang, (en) met twee rijen suilendie bet gewelf ondersteunden."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 70