53 evenwel op andere gronden. Zeuss ging in 1837 nog een stapje verder en zeideevenwel nog niet met volle overtuiging en dus wankelende: »Herc. »Mag. aus Walcheren abgebildet scheint den Riesen Oegir gleiclizuslellen." En Sciiayes einde lijk wist er in 1838 nog iels meer van want hij ver haalde 2)Les autels de l'Hercule Macusanus sont assez nombreux. Un des plus remarquables est ce- lui qui fut érige par quelque Romain ou Gallo- Romain a Westcappelle dans l'ile de Walcheren; Hcrcule y était représenté nu la tète et le dos «couverts d'unc draperie, la main gauche appuyée sur un baton fourebuou plutót un trident, et «tenant dans Ia main droite un dauphin, uneécre- visse ou une chevrette rampail A ses pieds. L'iu- scription apprend que eet autel fut érigé en exe- cutiun d'un voeu de Marcus Primilius Ter- lus."1 Wat is bier waarheid? Serv. Gallaeus schreef over den Magusaner en over Nehalennia cn nam dit opstel op onder zijne Dissert, de Sihjllis als 29e Hoofdstuk. Er werd eene prent bijgevoegd vermoedelijk van de uitvinding van Romeix de Hoo gde waarop wij Nehalennia aantreffen, als naar gewoonte ja in gezelschap van Hercules en Nep- tunus, doch overigens geheel fictief, naar de wij- v ze der Schilders en Dichters. Gargox nam dezen Hercules over en werd door Keysler gevolgd; en S. 4G. 2) Les Pays-Bas avant et durant la domination Romainc II., p. 2G3.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 73