66 de zoogenaamde woningen der oude Gotthen eerst voor omtrent 80 jaren van onder de duinen kwa- mendat was dus nog al eenigen tijd voor dat Smallegasge's werk in het licht kwam. In Febr. 1749 werden er al wederom die oude graven ontbloot, en in 1817 kwamen er nieuwe voor den dag, die vroeger nog niet ziglbaar waren geweest en waarin zoo wel Romeinsche als Mcrovingische en Carlovingiscbe munten gevonden werden. Al deze ontdekkingen kunnen evenwel niet tot dezelfde eeuw teruggebragt wordenalhoewel zij gezamenlijk bewijzen dat Walcheren's strand in vroegere eeuwen reeds vrij sterk bewoond moet zijn geweest. Het ontdekte Heiligdom levert als het ware een vast punt van uitgang ter bepaling van het overigewant de vloer lagvóór ruim eene eeuw nagenoeg honderd roeden bewesten Domburg's hoogte. De ontdekkingendoor mij in margine met a geteekend, kunnen tot denzelfden tijd wor den teruggebragt, en de graft enz. ten Z. worden beschouwd als overblijfselen van oude wallen. Het fijn rood net geheeld aardewerk wijst ook op dien tijd terug. Dit punt lag omtrent 100 roeden oost waarts van den tempel. De ontdekkingen of ont blootingen van 1687 sub b en c voeren de bewij zen met zich, dat zij niet tot de overblijfselen van hetzelfde volk in hetzelfde tijdperk bchooren. Wel reeds werden de lijken niet meer verbrand maar begra ven dochdegraven ten W.bij het eerste hoofd, schoon minder talrijk, gaven blijken van zorgvuldige nc- derlegging der dooden met de voeten naar bet oos-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 86