72 adelaar aan den regtervoet. liet andere is, blij kens den drietand, een Neptckus staande met den regtervoet op een' scheepssteven. De in tweeën ge deelde zijkanten hebben in de benedenvakken lof werk en in de bovenvakken mannenbeelden waar schijnlijk priesters of offeraars, op ronde voetstuk ken. Ilct opschrift is uitgesleten. De eenige middelmatig goede afbeelding van dezen steen bestond tol hiertoe onder de nog onuitgegevene platen van Caxkegieter want de vroegere teeke naars hadden van Jupiter eene Neualeriuagemaakt, en van Neptinus eene vrouw met een meisje! Men verg. Saiallegakge enz. n°. 8. Mr. S. de Wihd iszoo veel ik weetdu eerste die deze fout der vroegere lee- kenaars heeft opgemerkt en deze zijne opmerking aan mij en anderen medegedeeld. Zie ook boven bl. 54. 11. a, h, c. De voorzijde van dezen, aan drie kanten bewerkten, steen heeft een' outaartempel met het beeld van Jupiter. Een mantel hangt losweg over den linkerschouder. Met dc linkerhand hield hij weleer vermoedelijk zijn'scepter omhoog: met de naar omlaag gerigte regter schijnt hij de bliksems omvat te hebben. Verg. Smallegasge n°. 1. Gargon 1.134. n°. 2 en Cahsegieter. De zijkanten hebben alta ren van verschillenden vorm. Het regter is ronden op hetzelve ligt een krans met de bliksems het linker is vierkant, en op hetzelve ligt een bol met den scepter. Het fac simile van den heer Jaksses besliste lus- schen dc verschillende lezingen van hetopschrift, vroe ger zeer gebrekkig opgegeven. Het gaf als legende

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 92