75 Ook de zijkanten zijn merkwaardig; want, be werkt zoo als zij zijn in de beide afdeelingen waaruit ieder derzelve beslaat, geven zij stof lot nadenken. De regterzijde heeftboven eene vaas met vruchten, een' Neptunus. De linker heeft daarentegen in het bovenste vak eengenoegzaam onherkenbaarbeeldvermoedelijk nogtans een Hercules. In het bencdenvak vindt men eene offer tafelop welke een zwijnshoofd tusschen brooden ligtterwijl er onder die tafel mandjes of korven met gereedschap staan. Het achterste gedeelte heeft eene gordijn. Het opschrift is in zijn geheel: deae nehalenniae plettius genwalonis pro se et suis \(otums[oloit) j.[ubens) m(erito). Afbeeldingen van dit monument worden gevon den met den regterzijkant bij Smallegangb n°. 11 bij Danckerts PI. 2, met den linkerzijkant; voorts bij Gargon I. 139, n°. 3, Vak Loon I. 194, Cannegieter en P. H. Tvdeman, Oost., West. en Noordsche Mythologie voor jonge lieden, Nijm. 1842 bl. 394. Bij Speleveldt vindt men eene goede af beelding van den linkerzijkant alleen. 16. a, b, c. PI. VUL Dit monument is een van de grootsteen tevens een van de merkwaar digste ex voto's, schoon slechts aan drie zijden be werkt. De voorzijde heeft den gewonen outaartempel welks pilasters evenwel kapitcelen hebbendiesterk gelijken naar het nog overgeblevene PI. I. no. 1. In denzelven staat de Godin vóór haren troon; het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 95