78 18. a, b, c. PI. X. De steen is aan drie zij den bewerkt. De voorzijde beeft een outaartempel met dubbelde kolommenwaarin de Godin staat met den linkervoet rustende op den steven van een schip. Op de hierdoor uitkomende linkerknie steunt de linkervoorarm, waarmede zij eene schaal met vruchten omvat. Met de regterhand houdt zij twee vruchten tegen het lijf. Aan hare regterzijde zit een hond. De zijkanten die in twee vakken verdeeld zijn hebben in de onderste vakken vazen met ooftin de bovenste, regts Neptuxus en links Hercules. Bijzonder is bij dit monument dat men op het dekstuk in plaats der opgerolde matrassen, overblijf selen ziet van rustende dieren. Hetgeen van het opschrift nog overig isis te weinig zamcnhangend om er iets bepaalds uit op te maken. Duidelijker komen de vroegere lettervor men wel uit op de teekening van Sciiuvlekburgii of Daackerts PI. 4doch te onvoldoende om er meer dan deae hehalehaiae van te maken. Voorts zijn er afbeeldingen bij Smallegasge n°. 10,Gar- gon I. 134 n°. 1 en Cankegieter. 19. a, b, c. PI. XL Dit gedenkstuk, dat reeds bij de vinding overdwars gescheurd wasis thans slechts gedeeltelijk aanwezig, daar de onderste helft verloren is geraakt. Om het vollediger te leeren kennen behoort men de toevlugt tc nemen tot de af beelding van ScnuïLENBURGir of Dakckerts PI. 7 en te vergelijken Smallegasge n°. 9 vermits ieder van ben

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 98