79 als naar gewoonte, een' verschillenden zijkant geeft. De voorzijde heeft den altaarlempel en in dezen eene tweede niswaarin de Godin gezeten ishou dende met de linkerhand iets op den schoot. Naast haar staat links eene mand met ooft. Aan hare reg- terzijde zag men vroeger een' ziltenden hond. Ove rigens is de buitenste nis nog met lofwerk versierd. Op de zijkanten ziet men in de bovenste vakken regis Hercules en links Neptukus. Bij vak Royek, Nederl. Oudh. Amst. 1715 bl. 10, vindt men ook eene afbeelding van dezen steen overgenomen uit Dakckerts; doch hebbende onder den Neptukus een wiel enz. Deze laatste voorwer pen heeft evenwel deze 7e plaat van Dakckerts niet maar wel de volgende of 8e(bij ons n°. 22). Het fragment met het wiel vindt men hier op PI. XIX, n°. 5. Van eene inscriptie wordt nergens gewag ge maakt. Sciiu ylekeurgh geeft alleen: ales ki' i .110 20. a, b, c. PI. X. Dit monument onderscheidt zich van de tot hier toe vermelde op meer dan eene wij ze. De voorzijde is verdeeld in twee vakken met eene inscriptie tusschen beiden, liet bovenste vak heeft, in eene eenvoudige nis, een' breeden troon, waar op drie vrouwen gezeten zijn. In het onderste staan twee mannen, waarschijnlijk een priester en een outerknaap, ter weerskanten van een altaar. Op eiken der zijkanten slaat een cornu copiae of overvloedshoorn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 99