110 verkrijgenwelke ons bij bet verdere onderzoek ten leiddraad kunnen strekken. Op den voorgrond staan bierbij als van zelve de vragen ld. Tot welk tijdvak belmoren de lol dus ver beschrevene Zeeuwscbe monumenten en 2°. Van welk volk zijn dezelve herkomstig? Wanneer wij deze vragen slechts eenigzins be vredigend kunnen beantwoorden, dan zal onze weg verderop reeds meer geëffend zijn. En mogt ons antwoord hier den toets der strenge kritiek kun nen doorstaan, dan is er hoop, dat wij over dit, tot dusver zoo duistere onderwerp, eenig nieuw licht zullen kunnen verspreiden. 2. De monumenteu z ij n uit de derde eeuwen van een gemengd karakter. Ter bepaling van den tijd waartoe de Zeeuwscbe 3Iet dezen stemt ook P. II. Tijdeman in, die in zijne O. W. en N. Myth., bl. 393 zegt, dat zich nergens buiten Walcheren sporen van Neks. vereering voordoen en zij dus moet worden beschouwd als eene plaatsgodin, die voornamelijk door schippers en over zee handeldrijvende kooplieden werd vereerd. E. Roelants, [twee Vethhna zijnen dood uitgeg. Gron. 1839, bl. 46), groet in haar de Godin, die in Zeeland den landbouwhet landleven en de jagt beschermde; doch van Someken (Br. aan van alkemads van 13 April 1705, achter Pars, Katw. OudhedenGargon WalcliArk. I, 133), en Dewkz, (111st. de la Belg. I, 85), zien in haar de Godin van het Heelal, de Isis der Egijplenaren enz. terwijl de beroemde J. Gat mm, (Myth. s. 157), doodeenvoudig zegt: ihr wesen ist uns unbekannt, ihr name gestattet nur gezwungene, nnbefridigende ankniipfungenWie vraagt hier niet: Wat is waarheid?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 130