185
maken, dat destijds aldaar de zonnegod vereerd werd.
De verschijning der Godheid om de 19 jaren is eene
Grieksche wijziging van de, eerst na jaren terug-
keerende, noordsche feesten, waarhij de cyclus
van Metoh gevolgd is; en van den stamnaam van
het priesterlijk geslacht schijnt zelfs het eeuwenoude
Zeeuwsche Bor-sale herkomstig te zijn. Wij hech
ten evenwel hierop niet dan voor zooveeldehoofdzaak
hetreftnamelijk zonverecring hij de hier geves
tigde volkstammen eeuwen vóór onzq tijdrekening.
4.
Nep tu n us.
Waren er bij Domburg geene andere monumen
ten gevonden met de beeldtenis of den naam van
Neptunus dan de afgebeelden op PI. V. n°. 10 en
PI. VI. n°. 12 en 13, wij zouden niet aarselen om
hem voor eenen Piomeiuschen God en wel bepaalde
lijk voor den Neptunus redux te begroeten.
Maar hij verschijnt meermalen in eene verbinding
met Nehalennia welke niet Romeinsch is, en
komt op de monumenten 15, 17, 18 en 19, voor
als tegenbeeld wan Hercules. Zijn nu deze heiden
Germaansch, dan zal ook Neptunus aldaar op
dezelfde wijze verklaard moeLen kunnen worden.
En dit kan hij werkelijk op eene, met het vroeger
gestelde uitnemend goed instemmende wijze.
De overblijfselen van Nep tu nus-vereering door
dc aloude bewoners der Nederlanden mogen al niet
vele zijn, er is evenwel nog genoeg aanwezig