241 den wij bij de vliedbergen. De keisleenen vloer in den Noordwelleschen berg helde af naar het zuiden(bi. 99); en de vuurplaats in den Wol- faartsdijkschen (bl. 101) was almede aan de noord zijde terwijl ook op de Eliwerve welke wij be neden 5 zullen loeren kennen, bet DuiveUhuis aan de N.zijde lag en de Elis-bruj aan de Z.zijde. Wel kleinigheden op zich zelve, doch door de tref fende en ongezochte overeenstemming eene hooge waarde erlangende. Want, bestond dezelfde God- vereering door bel geheele vóórchristelijke tijdperk heêu met slechts geringe wijzigingen dan behoeft men voortaan ook minder scherp te scheidenen kan het door de vliedbergen gebaarde gebezigd wor den lot verklaring van heigeen het strand zal op leveren. II. Heilige Voorwerpen. Allereerst zouden hier wel de offergereedschappen in aanmerking ko men, doch Zeeland heeft ten dezen niets bijzon ders; en wij gaan ze dus voorbij. 1). De heilige dieren verdienen evenwel vermel- ding. Op de Domburgsche monumenten hebben wij aan getroffen honden, herten en zwijnen; een arend, eene gans en een haas of konijn; en overigens zijn daar gevonden hoornen van runderen herten eu rammen. Uit de vliedbergen zijn aan den daggebragt: een walvisch-wervelslagtanden van wilde zwijnen, beenderen van paarden rundereu schapen voge len enz. 1G

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1845 | | pagina 261