6 Hooge Vierschaar van Zeeland stonden. En dat te Middel burg de Idooge Vierschaar gehouden werd in de groote] be nedenzaal van het Stadhuis is beleend, mede, dat] tot dezelve de deur met den dubbelen Arend den toegang verleende (1). 3. Dat te Middelburg en Zierikzeeen nergens anders in Zeeland, Arenden in kooien voor de Raadhuizen gevoed werden. Bovendien vindt men op het oude en nieuwe Sche penszegel van Zierikzee betiteldAd cansas et Epistolas duntaxatdat het Wapen van die Stad tot supports heeft twee Arenden terwijl op het grootzegel de supports zijn een Meerman en een Meermin. Dat voeden van twee Arenden, het versieren van de deur van het Stadhuis met dezelve, en het invoegen daarvan in het Schepenzegel te Zierikzee, doen gelooven, dat het gevolgen en aanwijzingen zijn van het erlangde Privilegie van bij delegatie Hooge Vierschaar als 's Gravenmannen te houden. Eindelijk 4. dat de voorgevel van het tegenwoordig Stadhuis eerst in 1513 gebouwd is. Dus na dat Privilegie. Endaar men nu uit het fatsoen der voordeur en versierselen van het sleutelgat kan opmaken dat zij gelijktijdig met het Stadhuis zelf vervaardigd zijn, waarvan de vensters in 1514 verant woord worden in de Rekeningen, blijkt nu duidelijkwaarom de dubbele Arend er op voorkomt. Die dubbele Arend had dus niet zoo zeer betrekking op de Stad, als Stad, als wel op de qnaliteit van Burgemeesteren en Schepenen, om als Gravenmannen Hooge Vierschaar te houden. Wij gaan over tot de Keizerlijke kroon (2). Verschillend vindt men die afgebeeld op de glazen in deOostkerk, van Stadswege in dezelve geplaatst, is het eene gesloten Roomsch Keizerlijke kroon. Maar op den Abdijtoren, door de Stad n 1713 herbouwd op de Stadhuisdeur en op de Stads (1) Tegenw. staat I, 95, 108, 162 enz, V. cl. Spiegel over de Hooge Vierschaar, p. 34. (2) Not. ten Rade 5 en 12 Aug. 1664.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 14