19 is afkomstig uit de grondslagen van liet Kasteel Zandenburg hij werd met den straks vermelden Suzanna-steen in 18] 9 aan het Grenootschap geschonken en schijnt overeen te ko men met diendie door de Bast is afgebeeld pi. XIII no. 4. Volgens dien geleerde stelde hij voor Keizer Karei den V. met zijnen Zoon Philips den II. En eindelijk Tioee gekroonde Hoofden in vierkant Lijst werk gevat. Deze hoofden zijn veel grooter dan de vorige, doch almede zeer onduidelijk. De kroonen met punten of stralen zijn echter bij beide nog zeer goed zigtbaar. Hij draagt het jaartal 1592 (1). Bij deze voeg ik nu nog deze drie andere steenen: 1. Een steen, nagenoeg als de voorgaanden. In twee ruiten staan Leeuwen, in elke één. Het jaartal 1613 staat op de beide ruiten. Op de eene 16, op de andere 13. Hij was nog niet afzonderlijk beschreven. 2. Een steenverbeeldende Len Koningzittende aan eene tafel met spijzen, tusschen twee krijgsliedenaan de uiteinden eene Koningin en nog een ander persoon. De Koning heeft een schepter in de hand. Denkelijk dezelfde, die door den Deer Leemans onder no. 15 beschreven is, en door hem ge houden wordt voor Ahasuerus met Haman bij Estheraan het middagmaal aanzittende (Esther VI. 12). En 3. Een steen met de eene of andere, mij geheel onbekende waarschijnlijk Bijbelsche Voorstelling. Zoo veel (1) De Heer Bethaan Macaré heeft in eene latere Vergadering eenen dergelijken aan het Genootschap ten geschenke gegeven waarop zeer duidelijk 1572 staat. Zie Not. 5 febr. 1845. Nog schonk de Heer J. de Kater, eenen grooten rooden baksteen met het Wapen van Keizer Karei, en het jaartal 1552 afkomstig uit het door Zijn Ed. bewoonde Slot Kraijestein bij Burgh in Schouwen. Zie Notulen 8 Oct. 1849.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 27