25
terug te Dhilly, de verblijfplaats van den grooten Mogol
daar hij ooggetuige was der verwoestingen van Thomas Chouli
Chan. In 1743 vertrok hij uit Bengalen naar Batavia, en
in September deszei ven jaars naar Malacca, om van daar over
Perzien naar Europa weder te keerendan te Malacca ver
anderde hij van plan, 't zij door ligchaams ongemakken of
om de gevaren van den oorlog in Indostan te vermijden;
alleen deed hij nog eene reis naar den berg Ophir en van
daar weder naar Malacca, waarvan hij in 1745 terugkwam
te Bataviaom over Mocha of Perzien naar Europa te re
tourneren. Naauwelijks was hij eene maand te Batavia ge
weest of hij overleed ten huize van den lieer P. W. Lam
mensdie ten volgenden jare naar 't Vaderland keerende
eenige zeldzaamheden door den overledenen verzameld en daar
onder dezedie thans het Genootschap worden aangeboden
aan deszelfs naastbestaanden heeft ter hand gesteld."
Hieruit blijkt dus dat de Heer d'Israëli verkeerd ingelicht
was, toen hij den jammertoon aansloeg dat alles in het bo-
demlooze diep verzwolgen was. Integendeel, wij zien dat de
Heer P. W. Lammens ten wiens huize onze Mandaryn ge
storven is, reeds het volgende jaar, de nalatenschap des
overledenen aan zijne nabestaanden heeft overgebragt. Deze
naaste betrekkingen waren gelijk van elders blijkt, zijne
nevende Ileeren Pieter van Visvliet en Anthonij Pieter
Lambrechtsen beide nomine uxorum. Wij zien ook tevens,
dat ons aanzienlijk Kabinet van horens en schelpen en an
dere zeldzaamheden (ook de Ertsen, gelijk mij nu blijkt) er
roem op mag dragende bewaarplaats te zijn van zeer veel
van het zeldzame en kostbare, wat door den stoutmoedigen en
onvermoeiden van de Putte op zijne reizen verzameld is.
Alléén dan zijn misschien zijne aanteekeningen verbrand;
en zoo die, gelijk in de Bataviasche Courant gezegd wordt,
alléén in kleine snippersin vreemde karakters geschreven,
bestaan hebbenzullen zij denkelijk niet veel verschild
hebben van de eenige overblijfselen daarvandie ik thans aan