31
J Jet schrift, de wijze der verkortingen, de spelling en au
dere uitwendige kenteekenen doen ons dit 1ISS. tot de tweede
helft der XII Eeuw brengen, en de inhoud is daarmede ner
gens in strijd.
Aan het slot leest men in roode Letters
codex sancti bavonis gandensis ecclesiae. siquis
eum abstulerit vel folium inde absciderit nisi eccle
siae satisfecerit reds ex hoc anathema sit. amen.
Dit Anathema strekt onder meer ten bewijze der oudheid
van dezen Codex, (verg. Dom. de Vaines Diction, rais.
de Diplom., t. II, op 't woord Imprécation, waar hij zegt:
Passé le milieu du XII siècle les imprecations deviennent
rares partout. Le XIII siècle en m.ontre encore mais hien
rarementquelques tracesmais dest igi cpdelles jinissenf).
De inhoud is hoofdzakelijk als volgt
I. Vila Karoli Magni Imperaloris jussu Friderici Augusti
conscripta (fol. 147) en als onderdeel daarvan
II. De zoogenaamde Historia de vita Caroli Magni et Ko~
landi, door Tulpinus of Turpinus (fol. 4776 verso).
III. Eginhardi Vita Caroli Magni Imperatoris (fol.8096 r.).
IV. Een Vervolg op Beda's Historia Ecclesiastica gentis
Anglorumdoor eenen ongenoemden (fol. 98 verso
197 verso)en
V. Walterus Arcliidiaconus Morinensis Ecclesiae de Vita
et interfectione gloriosissimi Comitis Flandriae Karoli.
(fol. 197 verso 226 verso).
Beschouwen wij elke dezer afdeelingen iets nader:
I.
vita karoi.i magni imperatoris jussu
friderici augusti consciiipta.
Het eerste stuk dan is het Leven van Karei den Groote,
beschreven op last van Keizer Erederik I of Barlarossatij
dens deze zich te Aken bevindende als vurig bewonderaar
