32 van den (irooten Karei diens Heüig-verklaring of Kanoni- satie (1) bevolen had. Dit geschiedde dan ook in den jare 1165, met ongemeene plegtigheidin die zelfde hoofdkerk te Akenwaar Karei de Groote 351 jaren vroeger, te weten in 814, ter aarde besteld was. Keizer Erederik droeg de vervaardiging dezer Vita aan eenen nu bij name onbekenden Geestelijke op, die, gelijk hij zelf in de Voorafspraak zegt, zich minder het Leven en de bedrijven Gestavan Karei ten doel heeft gesteld, als welke hij reeds vroeger in een kort begrip Micrologushad be schreven dan wel eene breede en schitterende lofspraak op een zóó uitstekend held. (ad ampliandam laudem tantae pro- paginis). De voorafspraakinhoudsopgave en aanvang van dit uit gebreide stuk luiden aldus incipit proi.og1is in vita kar.oi.i j1agni gi,oriosi au- gusti. Etsi passim et varie odoris pigmentarii veneianda orthodoxi Karoli magni celebretur memoria, ejusque spar sim per diversa terrarum spatia mirifiee et magnifice suscepta vulgentur; placuit tarnen de tanto orto deliciarum in quo consita sunt tot genera llorum, carptim et breviter quedam odoramenta virtutum deligere, quae stabundis animis Christi fidelium in odorem suavitatis valeamus exhibere. Quia vero arguendae temeritatis est nostrae ariditatis canalem tanti fluminis torrentem sibi praesumeresperantes tarnen in eum qui ex ore infantium et lactentium sibi laudem per- fecitrosas quasdam et lylia de late patenti viridario excerpsi- mus, quae praesenti opusculo pro loco et tempore inseruimus. Intendimusque succincte quaedam insignia virtutum et cele brem gloriosamque miraculorum seriem in laudem deï et praefati piissimi imperatoris contexere quatenus verus- ille Christi cultor fridericus romanorum imperator vere augustus (1) Eerst in 1170 besliste Paus Alexander II, dat het Kanoniseren bij uitsluiting tot den Pauseliiken Stoel behoorde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 40