■1.2 Hier volgt al het geen wat Beda zelf omtrent zijn leven heeft medegedeeld aan het slot zijner Hist. Eeclesiastica (1). De kronyk zelf van onzen vervolgschrijver loopt van 731 waar Beda de geschiedenis gelaten had tot den j are 1105, of 18 jaren na den dood van Willem den Veroveraar, en eindigt (fol. 197 verso) eenigzins abrupt met de overgave van het Kasteel van Gisors door Bayen de Gisors (1105) Qua occasione et castrum Gisortium tam blandiciis quam minis a Pagano de Gisortio eum extorquere contigit, castrum munitissimum. Hierop volgt onmiddelijk V. WALTÏEÜS DE VITA KAROI.I BONI ETC. Ecne zeer belangrijke Episode in de oude Vlaamsche Ge schiedenis is de moord in den jare 1127 aan den Graaf van Vlaanderen Karei den Goede, in de kerk van S. Donaes te Brugge gepleegd en de daarop gevolgde straf der Zaamge- zworenen. Al vroeg werd het verhaal dezer gebeurtenis met fabelen doormengd en op eene gebrekkige en verkeerde wijze voorgesteld, waartoe wel denkelijk de oude Vlaamsche ko- medien en Rederijkers rijmelarijen het hare in ruime mate hebben bijgedragen. Uit die troebele bronnen ontstond waar schijnlijk ook het zoogenoemd Authentiek Relaas't geen jaarlijks van den Burg te Brugge aan de Gemeente werd af gekondigd en voorgelezenwelke gewoonte stellig nog in 1765 plaats greep (2) en zoo wij meenen zelf tot 1794 heeft voortgeduurd. (1) Zie T. III, p. 151, van de groote uitgave van 1688 welke plaats in deszelfs geheel is medegedeeld door Fabricius t. a. pi., t. I, pag. 494 seqq. Wij hebben hier dus voor ons den schrijver van wien Vossius (de Hist. Lat., p. 263) zegt: Anno 734 quo et anno Beda obiitut quoque incertus sed antiquus scriptor qui Bedam continuavit testis est, Lib I. de Gestis Anglorum cap. VI. Unde et alia de Beda licet haurire. (2) Custis Jaarb. van Brugge, 1ste deel, bi. 116.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 50