49 De vierde in 1549 en 1550. De vijfde begonnen in 1578 en voleindigd in 1591. De zesde begonnen in 1595 en voleindigd in 1598. Van elke dezer uitleggingen zal ik trachten de mij bekende omstandigheden mede te doelen: vooraf echter nog een enkel woord omtrent de bovenvermelde Sterkte of Burgt. De juiste tijd wanneer deze gesticht is, kan, zoo als boven reeds is opgemerkt, bij gebrek aan geschiedkundige inlichtingen met geene voldoende zekerheid worden opge geven. De plaats, op welke zij, wanneer dan ook, is opgerigt, beslaat eenen heuvel en maakt het verhevenste gedeelte dei- Stad uit; zij was aan de Oostzijde bespoeld door de rivier de Arne, welke van de Noordzijde door de tegenwoordige Domburgsche Watergang zich in de Stad wierp, en door het Arminiaansche Schuitvlot, welk water daarvan nog een over blijfsel schijnt te zijnzich verder daarin heenstrekte. Naar het gevoelen van sommige oudheidkundigen, waaron der ook behoort Jhr. bethaan macaké, vroeger Wethouder der Stad Middelburg, zou zij zich op dat punt in twee armen verdeeld hebben, van welke de eene langs de Langeweele (thans de Langevijle) en de andere langs de Krommeweele en Vlas- markt heen liepen, en zich omstreeks de groote Markt we der vereenigden, alwaar de stroom, in de rigting van de Vlasmarkt naar den Langendelft, gezegde Markt doorsneed en zich vervolgens door den Langen- en Kortendelft en het water van den Dam, ten zuiden der Stad, in onderscheidene kromme bogten, langs het tolhuis Arnestein bij Arnemuiden (Arnemonding) in zee stortte. Vermits er geene overwegende redenen bij mij bestaan, om dit gevoelen te wedersprekenen ik op geene andere wijze den vroegeren loop der Arne door de Stad met eenige zelcerlieid weet op te geven, zoo heb ik denzei ven in diervoegen op het grondplan opgenomen, ofschoon ik voor mij eerder tot het denkbeeld zoude overhellen, dat de Arne, bij het ont staan der Stad, niet langs de voorzijde van het Gasthuis 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 57