52 sterkte torens een regt denkbeeld wil makenneme het werk van Joseph strtjtt, Angleterre anciennealwaar in het tweede deel onderscheidene afbeeldingen van sterkten en kasteelen zoo als die in vroegere eeuwen door de volkeren van dien tijd gesticht werdenworden aangetroffen. Eerste Uitlegging. De vereeniging en insluiting in eenen bepaalden kring der publieke gestichten en woonhuizen welke van lieverlede rond den Burgt waren opgerigt, ten einde aldaar tegen de aanvallen van vreemde volkeren beveiligd te zijn, schijnt reeds in het begin der twaalfde eeuw te hebben plaats ge had. De omtrek der Stad was vermoedelijk toen zoodanig als dezelve op het grondplan onder No. I. is aangeduid en omvatte de geheele tegenwoordige Abdij, die in 1106 reeds een klooster van reguliere Kanunniken was (1) en de St. Maar ten of Westmonsterkerk, die in 1188 ook reeds bestond, en destijds door drie Priesters bediend werd (2). Dat evenwel de Stad reeds te dier tijde van muren en vesten zoude zijn voorzien geworden, is niet waarschijnlijk; immers in het verdrag, hetwelk den 27 Bebruarij 116Jte Brugge tusschen philips van den elzas, Graaf van Vlaan deren en flokis in, Graaf van Holland is gesloten, en tot Zeeland Bewesten Schelde betrekking heeftwordt de naam van Middelburg niet eens genoemd, maar daarentegen uitdrukke lijk bepaalddat geen der beide Graven eenige versterkte plaats hoegenaamd in Zeeland bewesten Schelde maken zoude (3). Zeer aannemelijk is het dus, dat floeis iii reeds kort na 1168 en zonder zich aan dit verdrag te storenMid- Cl) Boxhorn I D. bl. 152. (2) Charter van boudewijn ii, Bisschop van Utrechtte vinden in het Jaarboekje Nehalennia van 1849 en in het Provinciaal Archief van Zeeland nog aanwezig. (3) Kluit, Codex Diplomaticus, II D. bl. 174 en volg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 60