05 Er was intusschen gebrek aan steenen, zoo dat de Graaf be ftceitfittfe fiebal tc benen ©ic ftonbcit itit ïanb/ Ijotbic tellen/ 23ebe gtrattnaert cube JSort/ oEn bactbeufe al tit be jtart €n rpiijjen bne tnafien met crncfjte üEtt f# belbcn gate gentljtc/ ©at mettle gttalic nicer maclj btomgjjcn. (0 In het Stedelijk Archief van Middelburg is onder nummer 594, nog aanwezig de kopij eener acte van willem den iii Graaf van HenegouwenHolland en Zeelandook gedrukt in het Charterboek van van Mieris, II D., bl. 44, waarbij hij ordonneert zes penningen per getnet over geheel Walcheren te schieten, om de stad Middelburg daaruit te vesten en te versterkenhetwelk echter niet volbragt schijnt te zijn vóór 1313, wanneer hij de Stad met muren, grachten en aarden wallen deed versterken, ongetwijfeld uit vrees voor de Vlamingen, die steeds op eene goede gelegenheid loerden, om de Zeeuwen te overvallen (2). De Stad was te dier tijd nog in twee deelen verdeeld, al thans hare inwoners werden toen nog onderscheiden in die van den Oostoever en die van den Westoevernaar mate zij de Oost- of Westzijde van de Arne bewoonden, die vroeger volgens de opgegevene wijze door de Stad heenstroomde doch later aan de Noordzijde door den Dam aan het Cheys (de tegenwoordige Seisdam) en ten Zuiden door den Dam (thans nog den Dam) was afgesloten. Men vindt hiervan bij van MierisII D.bl. 40, eene merk waardige uitspraak van Heer jan van beatjmont, zoon van onzen Graaf jan ii, tusschen die van Oost- en Westoever (1) Verg. Bijdrage in de Middelburgsche courant van den 13 Mei 1845. (2) Boxhorn, ID. j bl. 137, en II D., bl. 132, en Vossius Annales ad annum 1313.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 63