56
te Middelburgdie op den Dam gevochten hadden gedag-
teekend den 2] December 1301. Iets later (1306) is ook
binnen dezen kring de St. Pieterskerk opgerigt (1).
Het St. Barbara gasthuis, thans in den Langendelft nog
aanwezig, lag ook in dezen omtrek, en ofschoon de juiste
tijd der stichting niet bekend iszoo bestond dit Gesticht
toch reeds in het begin der lét eeuw, blijkens den ruil- en
koopbrief van 1342tusschen de bestuurders van het Maria
klooster en het gezegde Gasthuis (2) en lag naar den aard
van een zoodanig Gesticht toen ter tijd aan het uiteinde
der Stad, buiten den bebouwden kring, gelijk uit dezen ver
koopbrief ten duidelijksten is op te maken.
De uitgangen der Stad waren acht in getal, de poorten
stonden op de plaatsen, op het grondplan afgeteekend, (3),
de St. Geertruypoort halverwege of bij het einde van de
St. Geerstraat, de Gortstraatpoort op de tegenwoordige Var-
kemarkt, de langevijleSeis, destijds Kosterstrate poorte
geheeten (4) en Noordpoorten bij het einde van de Lange-
vijle, Krommeweele en de korte Noordstraat, de Koepoort
in de Spanjaardstraat even voorbij den ingang der Spuistraat
aan de zijde van de Spuibrug en de Noord en Zuid Dam
poorten ter wederzijden van den tegenwoordigen dam op de
hoogte van de Spuistraat.
Van het zoogenaamde Haymanspoortje, hetwelk, volgens
Zeelands Chronyk verkort, zou gediend hebben om de Stad
gemeenschap te doen hebben met het Molenwater, hetwelk
(1) Boxhorn I D. bl. 137.
(2) Bijvoegsel achter de brochure van j. eiirlich over den aanwas
der Stad Middelburg in den stroom der Arne.
(3) Volgens de zoogenaamde Burgemeesters rekening der Stad van 1364,
de oudste welke is bewaard gebleven, en in liet Stedelijk Archief nog
voorhanden is waren alle deze poorten destijds reeds aanwezig, althans voor
ieder van dezelve komen daarin uitgaven voor wegens herstellings kosten.
(4) De Vlasmarkt werd toen Kosterstraat genoemdvermoedelijk om
dat aldaar de Koster woonde van de daarbij gelegene West-Monstcrkerk
op de groote Markt, in 1574 op last der regering afgebroken. (Zie No
tulen ten rade van 5 Maart van dat jaar.)