60 der Pijpstraat welke zonder eenigen twijfel tot dezen muur behoord heeft (1). Deze muur sneed vervolgens de Molstraatregt voor het huis E No. 115 en het daar achter gelegene Spuikanaal, waarvan een der bogen onder gemeld huis nog die rigting aanwijst en gevolgelijk niet anders dan tot deze uitlegging kan gerekend worden. Hij strekte zich van daar uit langs het huis op de Spui- brugE No. 68 en vereenigde zich vervolgens met den bij eene vroegere uitbreiding opgerigten muur nabij de Span jaardstraat, terwijl een arm of sprank van de Arne aan de zijde van de Zuiddampoort, daar ter plaatse de Vest uit maakte. Over het algemeen schijnt deze uitlegging eene vergrooting geweest te zijn, welke eeniglijlc ten doel had, om de schepen welke door de op den Dam gemaakte afsluiting van de Arne niet verder in de Stad konden komen, eene veilige legplaats te verschaffen zoo als dezelve dan ookgelijk men uit het plan zien kaneen gedwongen loop heeftwelke dit doel ten klaarsten aanduidt. Ten aanzien der derde uitlegging. In het verplaatsen der Gortstraat en St. Geerspoort, de eerste tot aan de tegen woordige Vlissingsche binnenbrug (2), de andere tot aan het in 1817 gedempte dok, bij de Goessche korenmarkt, en het verder uitleggen van den ringmuur van af de half ter wege van het tegenwoordige Dok gestichte redoutelangs de achterzijde van het Tuchthuis (in welk Gesticht nog een der torens van dezen muur wordt aangetroffen)tot aan de vroegere Stadsgrachtbij of omtrent de Vlissingsche bin nenbrug. (1) Bijdrage in de Middelburgsche courant van den 1 Mei 1845. (2) Bij zeer laag water zijn de fundamenten van deze poort nog dui delijk zigtbaar.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 68