63
aan den aannemer van het tweede perceelde verpligting
was voorgeschreven, van het nieuwe werk af (waarmede dat
van 1550 bedoeld wordt) zes roeden in te nemen van den hui
ten kantom te responderen op de Oude- Wal aan de St.
Geerstrate, en alzoo dat gedeelte vest te dempen, waar deze
nieuwe uitleg zich aan gemelde platteforme aansloot, als
voor de veiligheid der Stad van geene behoefte meer zijnde.
Uit hoofde van het boven opgegevene kan deze uitleg mits
dien met volle grond geacht worden te hebben plaats gehad
in de jaren 1549 en 1550 en heeft dezelve alzoo geen deel
uitgemaakt van de laatste groote uitlegging van 1595, hoe
danig tot dus verre altijd, doch ten onregte, het gevoelen
geweest is.
Zij omvatte dat gedeelte der Stadhetwelk thans uitmaakt
de Commerciewerf, en het geheele bolwerk ten Zuidwesten
van de tegenwoordige St. Geerspoort zoo als uit het grond
plan kan worden nagegaanen verviel daardoor als ringmuur
der Stad het daar achter gelegene gedeelte der Stads vest
(later het dok) welke bij de derde uitlegging tot dat einde
was aangelegd.
Ofschoon op de boven vermelde afbeelding der Stad door
bast, eene poort wordt aangetroffen ter plaatse waar thans
de St. Geertruipoort staat, is het echter waarschijnlijk dat
men zich bij het daarstellen dezer platte forme in den aan
vang bepaald heeft, tot de plaatsing eener gepalissadeerde
barrière, zoo als aan de voorwerken van Vestingen gebrui
kelijk is, ten einde de Stad naar de zijde van ltammekens
en Arnemuidenmet dat gedeelte van het eiland in gemeen
schap te stellen, vermits de St. Geerspoort, die bij de tweede
uitlegging op de Goesche Korenmarkt geplaatst was, vol
gens de Stads rekening eerst in dat jaar is afgebroken en
in 1589 op de tegenwoordige standplaats eene nieuwe is
opgerigt, zijnde te gelijker tijd in laatstgemeld jaar, de vest
gegraven, langs de zoogenaamde Slijkcingel, in voege als deze
op de afbeelding van bast gevonden wordten nog heden
ten dage bestaat.