64 zijde der Stadtusschen de Haven en het Molenwater (vroeger den Houwer geheeten) wordt aangetroffenen schijnt ook daar ter plaatse in het belang van den handel en de scheepvaart bewerkstelligd te zijn. De regering was over de uitvoering van dit werk gansch niet te vreden want men vindt in het Stedelijk Archief onder No. 505 eene acte van Prins matjrits, van den 4 Junij 1588 om de aannemers der fortificatiën van Middel burg te vervolgen en aan den lijve te straffen. Bij die gelegenheid is de oude Noord-Dampoort, staande aan de Schuitvlotstraatwelke in den jaren 1577 tot 1580 nog geheel vernieuwd en verbouwd wasals zijnde volgens 'sGravezande, bl. 275tijdens het beleg, door de Adcersarissen in brand gestoken, tot den grond toe afgebroken, en in 1501 vervangen door de aldaar nog aanwezige, doch sedert 1849 voor den uitgang der Stad niet meer gebruikt wor dende, Yeersche poort. Als een bewijs van de juiste omschrijving dezer uitlegging mag niet onopgemerkt blijven, dat de oudste wijk-registers van eigendommen van huizen, die in 1596 bij de daarstelling van het kantoor der registrature zijn aangelegd en waarbij Middelburg in 31 wijken verdeeld is, dat terrein onder de eerste en tweede wijk in zich sluiten en daaruit dan ook veilig is af te leiden dat hetzelve destijds reeds voor een groot gedeelte met woonhuizen was aangevuld. Deze registers berusten nog in grooten getale ten Stad- huize bij de archieven der bewaring van de Hypotheken en het Kadaster, zijnde de aanleg daarvan geconstateerd bij eene authentieke verklaring geplaatst aan het einde van het derde deel der oudste Wijkregisters die den 12 Pebruarij 1655 zijn afgewerkt. Uit deze Registers is ook nog het bewijs te trekken, dat de wegruiming van de redoute die gelegen heeft in het tegenwoordige Dok, ter hoogte omtrent van dc Bellingbrug en de ophooging en bijtrekking van de landtong (thans den Kinderdijk uitmakende) die op de kaart van Smallcgange

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 72