66 tegenwoordige wijkverdeeling plaats lieeft, weshalven het nog al bezwaren in heeft, om uit de gemelde Hypotheek- registers welke op die verdeeling zijn aangelegdvoldoende te kunnen opmakenwelk huis in zoodanige straat bedoeld wordt. De 32ste en 33ste wijken zijn er later bijgevoegden houden dat gedeelte in, hetgeen onder de benaming van nieuwe Stad in 1596 is bijgebouwd. Zesde en laatste Uitlegging. De tijd, op welken deze laatste en algemeene uitlegging der Stad heeft plaats gehad, valt niet moeijelijk op te geven; trouwens in liet stedelijk archief engelijk vroeger reeds is ver meld, is onder No. 506 nog voorhanden het bestek en de voor waarden, waarop Burgemeesters, Schepenen en Raden der stad Middelburg besteden zullen de fortificatiën ofte versterkingen der voorschr. Stad, zoo als die afgestoken is, beginnende buiten de St. Geerstraatpoort, en gaande voorts West ende Noord onnne den Houwer, (het tegenwoordige Molenwater) en gedagteekend is den 10 Mei 1595, zijnde het werk in onderscheidene perceelen aanbesteed den 7, 9 en 11 Novem ber 1596. In de Stads-rekeningen van 1596 en volgende jaren, komen een aantal posten voor, die tot deze besteding betrekking hebbendoch het juist bedrag van het geen het graven der vestenen het aanleggen der wallen of bolwerken langs eene zoo aanzienlijke uitgestrektheid gekost heeftis daar uit met geene voldoende zekerheid op te maken. De uitgave schijnt bestreden te zijn door het negotiëren van Erfrenten, blijkens een daartoe verleend octroy van de Staten van Zeeland van den 7 Maart 1596, in het Stedelijk Archief nog voorhanden. Het werk omvatte den gcheelcn omtrek der Stad van af de plaats waar thans de St. Geerspooi't staat, tot voorbij de tegenwoordige Koepoort, waar hetzelve zich aan dc uitlegging van 1578 aansloot, en bestond in het graven der vesten, het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 74