75
5o. dat het daarop volgende woord pvis mij voorkomt eene
verkorting te zijn voor proviseur en ik voor mij daar
aan de beteekenis hecht van handels-opziener of ook
heieder of gezworenimmers lees ik in de Dictionnaire
de l'Academie op dat woorduil se disait autrefois
du Chef de certaines corporationsmaisoris etc. en vindt
men het woord ook terug in de benaming bij de vroeger
bestaan hebbende gilden van deken en provisuers, be-
leders enz.; (1)
60. dat voor de laatste woorden moet worden gelezen GuilV
of Guillaume die Note als naam van den persoon die het
ambt van proviseur bekleedde.
Bij zamenvoeging nu van al de opgenoemde woorden of
lettergrepen, zijn wij tot de bovengemelde lezing gekomen
en meenen die duidelijkshalve aldus te mogen omschrijven:
Saiel {de) la vile [de) Sluis pour les lettres) de sauvage
(1ou de sanfconduit) proviseur Guillaume die Note.
Het Wapen op zich zelf heeft niets belangrijks, het stelt
voor eene leliezoo als op meer andere Wapenschilden voor
komt, onder anderen op dat der voormalige heerlijkheid den
Aggerafgebeeld op de Wapenkaarfc bij Smallegange. Gelijk
("1) Als voorbeeld hiervan zij aangehaald het navolgende invitatie
biljet van het Schuttersgilde te Gent, tot het houden van een Concours
in het jaar 1498 luidende als volgt
Allen dengenen die deze presente letteren sullen sien oft hooien
lezen, oft kennis daeraan hebben, sonaerlinge alle keyzerenkoningen,
dekenen, gezworene -provisuers en andere eerbare mannen van der groter
en ouder guide van den edelenconstigen en eerbaren spele van den
voetboghe wesende binnen de vrije geprivilegieerde Steden, dacr men
useert ende gcploghen heeft te hantieren van denzelven voetboghe
baliu, schepenen ende raet, coninc, deken en provisuers ende die ghe-
meene guldebroeders van den edelen, gloriosen ruddere en heiligen
Sant, Mijnheer St.Joris, salut, met alder jonsten, vriendscepe en
minne." (Zie Messager des Sciences Historiques et Archives des arts de
la Belgique. Année 1853. pag. 294).