15 Te meer nog is deze munt merkwaardig, omdat zij het door de heeren eenoemant en eobeut zoo wel uit een gezet ver moeden bevestigt, dat de M, welke men op andere gelijksoortige munten nevens het Yictorie-beeld aantreft, de stad Metz aan duidt, als de voorletter van die plaats. Men mag dan die munt gerustelijk rangschikken nevens die van Trier, waarop de lieer i.ecointee dupont zijne stelling heeft gegrond, dat bij het eindigen van de ïtomcinsche heer schappij, de muntmeesters zijn blijven voortgaan munten te vervaardigen met wijzigingen in de stempels, en eindelijk met vermelding der muntplaats 1) welke hoogst zeldzame munt, waarop als legende Treveris Civitate wordt gelezen, vroeger de eigendom was van den graaf van eenesse beeidbach, te Coblentz, die, zeer ingenomen met dat bezit, door eenen kundi- gen graveur eenen nieuwen stempel naar die munt heeft laten vervaardigen, die jammer genoeg voor de wetenschap, vol maakt geslaagd is, met dat gevolg, dat een belangrijk aantal van proeven, zoo door den heer van uenesse zeiven als door den graveur met dezen stempel zijn geslagen, en vooral te Ant werpen, waar de muntverzameling van den graaf in 1836 is verkocht, zijn verspreid, zoo dat men deze valsche stukjes in onderscheidene verzamelingen aldaar kan terug vinden. De heer de saut.cy, door medewerking van den heer bohl, schrijver van de muntgeschiedenis der stad Trier, thans eige naar van deze beroemde triens, en die ook de nieuwe stempels heeft gekend en bezigtigd, heeft in het belang der wetenschap pen en der muntverzamelaars (die thans zulke hooge prijzen voor munten van het le en 2e stamhuis besteden) dit bedrog aan het licht gebragt, in een artikel van de Eevue Numismati- que van Blois, 1837, lil. 299; onder bijvoeging van eene allcr- nanuwkeurigste afbeelding van de echte munt, opdat men de valsche zoude kunnen herkennen. Die merkwaardige munt is echter niet het eenige echte exem- I j Essai sur les monnoics du Poitou, Eevue numism. 1841, bi. 230.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 19