23
onder den naam van Namucum Castrum 1). Onder de Merovin-
gisclie munten, tot Namen belioorende, en door den lieer piot
aangehaald, komt onze triens echter niet voor 2), en hem ner
gens anders vermeld of afgebeeld gevonden hebbende, geloof ik
dien als onuitgegeven te mogen aanmerken.
Gewigt 1,28. (Zie PI. 1, No. 12.)
Onder de muntmeesters vindt men alleen den naam van filu-
mabus, die te Reims gemunt heeft, waarvan de uitgang over
eenkomst heeft met den hier vermelden naam.
Een andere gouden triens van zoo gering gehalte, dat men
het muntje eerder voor zilver dan voor goud zoude honden, is
almede niet uitgegeven; de afbeelding, daarop voorkomende,
is des te meer merkwaardig: rondom een hoofd zonder hals of
borst, doch met eenen geparelden diadeem, leest men
V/z. CART ONNASI
T/z. MAVE. MONE.
rondom een kruis, op eenen voet staande, waar nevens twee ko
lommen met een streepje boven en onder.
Gewigt 1,12. (Zie PL 1, No. 13.)
Deze munt is waarschijnlijk van Charenton, van welke plaats
tot dus verre geene Merovingische munt bekend was, evenmin
als er een muntmeester van dien naam is aangeteekend, terwijl
de twee figuren wel denkelijk de Alpha en de Omega aanduiden,
even als die in lateren tijd op munten van Beziers verbasterd
worden aangetroffen. 3)
Van Charenton worden welbaronnale munten door let.e wei,
vermeld, waarop mede de Alpha en Omega reeds aanmerkelijk
zijn verbasterd. 4)
Als Merovingisch munthuis is alzoo deze plaats bij het groot
aantal reeds bekende te voegen, en de naam van mave op de
lijst der muntmeesters bij te plaatsen.
1) Sigeherti Chronica apud Pist. VIII, 327 Annales de la soeiété arcliéologi-
que de Namur, toni III, 2 livr.
2) Revue numism. Beige, deel 4, hl. 35G en 357.
3) Lelewel, Numism. du moyen-age, torn. 1, pag. 159.
4) Nuniismatique du moyen-age, torn. 1, pag 158.