34
Van den bekenden muntmeester madelinus, van wien elf
munten te Duurstede geslagen, in mijne vorige verhandeling
voorkomen, zijn er nu weder zeven voorhanden, voorwaar een
bewijs, dat deze munt meer dan de andere als landsmunt of als
inlandsch te beschouwen is, of ten minste als afkomstig van
een munthuis in eene naburige streek gelegen, waarmede veel
vuldige betrekkingen waren aangeknoopt.
De plaatsing van het verhoogde kruis boven een paar rijen
stippen of parels, die op geene andere munten gezien worden,
doet den heer t.ei.ewei, vermeenen, dat men dit als een plaatselijk
teeken van Utrecht en Duurstede kan aanmerken 1).
Veelvuldig moeten de stempels zijn geweest, die tot deze
munten zijn gebruikt, vermits geene van de zeven hier aanwezige
volstrekt gelijk van muntslag zijn, men leest aan de V/z
1 Drestat fit.
3 Orestat fit.
3 Dorestat fit.
4 Drestat ft.
5 Dorestat fit.
6 Restat fit.
Op de T/z.
1 Madelinus II.
3 Madel liA V s II.
3 madelinus M.
4 madeliisum.
5 madel x nus m.
6 M L V S. II.
Zijnde bij dezelaatsten deletters der T/z. naar den buitenrand
gerigt, terwijl het zevende muntje te veel geleden heeft, om goed
ontcijferd te worden, waartegen n°. 1 zoo onbegrijpelijk goed is
bewaard gebleven, dat men zoude meenen dat de wasem van
den nieuwen muntslag er nog op lag, en men zich geen meer
fleur de coinof scherper afdruk van den stempel kan voorstel
len iets dat ongelooflijk schijnt, wanneer men in aanmerking
3) Lelewell, Numismat. du moycn-age, torn. I, p. 29.